Landen in een berg bladeren!

Jongens, ga naar buiten, de laatste blaadjes roepen.
Jullie, jullie allemaal, van 0 tot 100 jaar! Ga naar buiten, Nu, NU!

Ga lopen en springen en zoek het laatste herfstblad op, dat vraagt om te dwarrelen en te knisperen onder jouw voeten!

Het is heerlijk om te doen en het brengt je in het NU, in je lijf, in je voeten. Het zet je hoofd op stil. Joepie!!!

Na een week druk, druk en een hoofd vol, vol is het hoognodig! Neem ‘bladertijd’.

Was je het vergeten? Ben eens eerlijk. Weet je niet meer hoe het voelt, om nu en straks en morgen even naar buiten te tjoepen?
Doe je jas aan, jongens/meisjes, en zoek de bladeren in de straat op.
Spring erin, schop ze heerlijk omhoog en loop, loop! Alsof jouw voeten vandaag voor het eerst de grond weer raken.

Was je het vergeten? Weet je het nog?
Als je loopt door de laan, de straat in dorp, bos en stad, als je loopt door de bladeren, dan ben je met je voeten op de grond! Je moet wel echt voelen waar je loopt. Doe maar net of je voeten oogjes krijgen, dat werkt. De grond, de aarde komt dan opeens heel dichtbij. Het kan zelfs lijken alsof je benen tot diep in de aarde lopen. Word maar lekker zwaar, jouw benen dragen je gewicht. De bladeren praten gewoon mee met je voeten: “Knisper, knisper, krak, kraak”.

Ik zal je eerlijk zeggen, na een drukke werkweek, en een hoofd van veel en vol, moest ik ook nog dit weekend bladeren vegen. Elk jaar komt dat karweitje terug, weken op een rij, want we hebben hier veel bomen om ons huis. De gemeente komt in deze weken al ons aangeveegde blad netjes opzuigen in de straat. Dus vort vort, die bladeren moeten van de tuin de straat in. Een stemmetje in mijn hoofd zei: Nu dát nog weer, pfffft en bèhhh.

En dan te bedenken dat ik als kind in de herfst altijd blij was met al dat bladerblad. Het kon een metershoge berg worden voor een kleintje als ik.

Er was tegenover ons ouderlijk huis een verbrede stoep met een houten bankje.
We veegden als kinderen de bladeren tot een hoge berg tot vlak voor dat bankje.
Ik ging dan op dat bankje staan en wist zeker dat ik kon vliegen.

Ik kon vliegen van ‘heel hoog’ zo die bladerberg in. Ik zou op een spannende manier worden opgevangen en dan heerlijk meerollen in de wervelwind van blad.
Elke keer als ik echt sprong, was ik wel even verbaasd: Ik sprong zo door die berg van blad heen en landde vrijwel meteen met mijn voeten op de harde betonnen stoeptegels, vreemd! Maar toch en jazeker: ik had gevlogen en de bladerberg bleef even verwachtingsvol wachten op een nieuwe duik.

Best hard hoor, die stenen stoep, ha ha!
Maar soms hebben we het nodig , dat we onverwachts en met een schokje weer met twee voeten op de grond landen, daar waar we werkelijk moeten zijn, in ons lijf, ons thuis.
Jongens ga naar buiten, de laatste blaadjes wachten.
Laat je voeten oogjes krijgen en voel, voel! Bladertijd is NU.
Veel plezier.
Een fijne herfstmaand gewenst!

El Lenssen – Het Tempeltje